Alles over de schoen
Hulp & advies
Wetenswaardigheden over de verschillende productiemethoden van schoenen
Er zijn verschillende manieren om de schacht en de zool van een schoen met elkaar te verbinden. Door de productiewijze onderscheiden schoenen zich wat betreft uiterlijk, kwaliteit en prijs.
De Ago schoen = gelijmd
Sinds de uitvinding van lijm is het mogelijk om de schacht van een schoen snel en goedkoop met de brandzool en de zool te verbinden. Door dit procédé behoudt de schoen langdurig zijn oorspronkelijke model. Bovendien is hij licht en buigzaam.
De mocassin
De mocassin wordt gemaakt naar het voorbeeld van de schoenen van de Indianen. De schoen lijkt op een sok. De zogenaamde mocassin-inzet wordt door de karakteristieke dikke mocassinnaad met de schacht verbonden. Doordat er geen brandzool gebruikt wordt, is de schoen extra flexibel, zacht en buigzaam en past hij zich goed aan de vorm van de voeten aan.
De genaaide schoen = hoofdzakelijk met naaiwerk
Deze schoenen zijn te herkennen aan de verbindingslaag tussen de schacht en de zool. Deze wordt onder de brandzool en de dikke tussenzool gelijmd en vormt tegelijkertijd de verbinding met de zool. Deze productiewijze maakt de schoenen zeer comfortabel, licht en flexibel en wordt daardoor vaak voor modellen zonder hiel gebruikt. Deze schoenen zijn zeer geschikt voor gevoelige voeten.
De gestrobelde schoen
Bij deze methode wordt het bovenmateriaal direct aan de brandzool vastgenaaid en vervolgens op de leest opgetrokken. De zool is gemaakt van een speciale grondstof en wordt direct op de leest opgespoten. Dit vormt meteen de verbinding met de brandzool en de schacht.
Deze schoenen onderscheiden zich door hun zachtheid en flexibiliteit.
De belangrijkste schoenmodellen
Ballerina's
zijn lichte schoenen met een zeer platte hak en meestal een afgeronde neus.
Flamenco schoenen
zijn pumps met een open teen en een dichte hak, tegenwoordig ook wel peeptoe genoemd.
Muiltjes
zijn instapmodellen zonder hiel.
Pumps
hebben een eenvoudig, elegant instapmodel zonder sluiting.
Sandaaltjes
hebben altijd een hielriempje. Ze kunnen helemaal dicht zijn bij de voorvoet, of laten door smalle riempjes veel van de voet zien.
Veterschoenen
worden met een veter gesloten.
Slingpumps
hebben een hielriempje en zijn van achteren open.
Instappers
hebben geen veters maar een elastische inzet en/of een klittenbandsluiting
Laarzen
lopen tot op of over de kuit. Hebben veters, een ritssluiting of een elastische instap.
Enkellaarsjes
lopen tot enkelhoogte of tot onder de kuit.
Trotteurs
zijn elegante schoenen met een middelhoge hak (vaak in blokmodel).